Door de ogen van de schrijver

Wie schrijft schept een wereld, waar de lezer in kan rondlopen. Het kan een klein wereldje zijn, een cel zonder ramen. Of een paleis dat nooit meer ophoudt. In eerdere blogs heb ik beschreven hoe het voelt om een wereld te laten ontstaan. Ik vergelijk dat met het opzetten van een circustent. In het begin ligt het zeil nog plat op de grond. Je kruipt eronder (een benauwd moment voor de onervaren padvinder), en begint eens met het omhoog zetten van een stok. Lucht, ruimte! Een tweede stok erbij, en je hebt een kamertje. Zo kan je een tijdje doorbouwen, maar op een gegeven moment moet je ingrijpender maatregelen nemen. Waar komen de grote pijlers die de hele tent structuur geven?

De lezer van je verhaal krijgt een ruimte voor ogen. Maar hij kan die ruimte niet objectief beoordelen, want jij zit ertussen. Hoe de lezer de ruimte in het verhaal ervaart wordt gedicteerd door de schrijver.

In de handboeken krijgen we hier een verhandeling over ‘vertelperspectief’. Welk personage vertelt het verhaal, is dat een ik, een hij, een alwetende verteller? Een belangrijke keuze, zeggen de handboeken, want denk erom, de lezer ziet het verhaal door de ogen van dat personage. De lezer klimt in de hersenpan van de voornaamste personages, en beziet de wereld vanuit dat gezichtspunt.

Ik geloof er niks van. Ik zie het leven niet door de ogen van de hoofdpersoon, hoe goed een schrijver ook is, hoe meeslepend ook zijn verteltechniek. Ik weet altijd, al lezend, dat iemand die hoofdpersoon voor mij geschapen heeft, om mij een blik te gunnen in zijn wereld. Ik kijk door de ogen van de schrijver.

Dit is volgens mij de fundamentele kracht van de literatuur, datgene wat maakt dat ik van sommige schrijvers alles wil lezen.
Ik wilde alles lezen van Kafka. Niet omdat hij Praag zo treffend beschrijft. Niet vanwege een gepolijst taalgebruik. Niet om de plot. Niet omdat in zijn boeken de gevaren worden geschetst van een bureaucratische maatschappij die geen waarde toekent aan het individu. Maar omdat ik al na een paar regels voelde: deze man is net zo allenig als ik.
Ik wilde alles lezen van Elias Canetti, omdat elke bladzijde die hij geschreven heeft zegt: zo is het om op te groeien zonder vader.
Van zulke mensen wil ik weten hoe ze in de wereld staan. En ze hebben mij dat ook verteld, tot in de details, via een kleine omweg.

De foto boven deze blog is van een bijzondere kunstenares, geheten Chiharu Shiota. Een Japanse (1972) die al geruime tijd woont en werkt in Berlijn. De eerste keer dat ik een van haar aangrijpende werken zag was op de tentoonstelling De Waan in Venray, 2002. Zie voor een mooi overzicht van haar werk: Designboom