Echter dan echt

lynnhershman2Mijn hoofdpersoon is idolaat van vrouwen. Mits van de juiste leeftijd. Om redenen die ik hier niet kan prijsgeven (‘te verschrikkelijk om te vertellen’) valt deze jongeman van 30 op de leeftijdscategorie 18 tot 22 jaar, en hij is vast van plan om dat zijn leven lang vol te houden.

Dit dwingt de schrijver omĀ  onbehoorlijk veel aandacht te besteden aan jonge dames. Je moet begrijpen wat je hoofdpersoon doormaakt, immers? Dus ik let op details, ik kijk naar houding, kleren, gezichten. Ik let er op welke lippenstift ze gebruiken. Hoe ze elkaar begroeten, hoe ze naar jongens kijken. En ik luister naar wat ze zeggen.

Gelukkig is dit een generatie die het begrip privacy beschouwt als iets uit een vorige eeuw. Stone Age! Je hoeft maar naast een meisje te gaan staan dat aan het bellen is, en ze vertelt je alles. Op mijn zwerftochten met het openbaar vervoer heb ik mogen meebeleven dat het uitging, of toch weer aan, als hij zich eindelijk eens aan de afspraken ging houden, hoe de bedprestaties van Steven moeten worden gewaardeerd (‘ik vond hem best lekker, maar ik ga hem toch dumpen, want het is een player’), hoe dat precies in zijn werk gaat, het uitspoelen van delen placenta die in de baarmoeder blijven kleven.

Twee van deze jongedames samen, dat is een goudmijn. Soms schrijf ik stukken dialoog op, vanwege de rare bochten die er in zitten, de onverwachte overstapjes.
Zoals deze, van twee meisjes uit de juiste leeftijdscategorie:
– Voel me zo oud, sinds ik 20 ben
– Ik vind er ook niks meer aan
– Je bent niet leuk meer, dat is het
– Ik wil gewoon altijd in de 20 blijven
– De basisschool, dat was nog leuk. Daarna is het alleen maar naar beneden gegaan.

Zo zeiden ze dat. Ik heb een paar regels gebruikt in het boek dat ik aan het schrijven ben. Daar kreeg ik een vracht commentaar op. De basisschool? Welk meisje van 20 wil nou terug naar de basisschool?
Ja maar, zei ik, dit is een echt gesprek. Dat zijn de woorden.

Vergeet het maar. Dit dialoogje is maar een flard in het verhaal, iets wat de hoofdpersoon opvangt in het voorbijgaan. Op die plek wil ik geen zin hebben staan, die de lezer irriteert, die maakt dat hij zijn ogen opslaat van het boek, gaat nadenken, zijn hoofd schudt en denkt: klopt niet.
Dus ik heb de realiteit geschrapt, en vervangen door fictie:

– De Havo, dat was nog leuk. Daarna is het alleen maar naar beneden gegaan.

De foto bij deze post is een werk gemaakt door de Amerikaanse kunstenares Lynn Hershman Leeson