Mar 20 2010

Loskomen


In zijn nieuwe boek Invisible geeft Paul Auster tips aan een schrijver die in zijn verhaal is vastgelopen. Het lijkt niet meer dan een tussenstukje in het boek, een overgang tussen twee grote hoofdstukken. Auster houdt er van om juist in dat soort passages, die je achteloos leest, terwijl je de gebeurtenissen in het vorige hoofdstuk nog aan het overdenken bent, de werkelijk belangrijke inzichten weg te steken.

Een man die weet dat hij niet lang meer te leven heeft schrijft in grote haast een  verantwoording van zijn leven (a final reckoning), waarbij hij zich concentreert op een paar cruciale gebeurtenissen in het jaar 1967. Maar hij loopt vast in een deel van zijn verhaal, en vraagt een oude studievriend om raad.

Die oude makker schrijft met frisse tegenzin een antwoord.

Continue reading


Mar 15 2010

De waarheid liegen

Ik ben druk aan het schrijven, over mijn eigen jeugd in Zeeland. Tricky business. ‘Nooit over jezelf schrijven,’ zei Bernlef vorige week op het Arhemse Lezersbal, ‘Dat kan niks worden’.

Maar ja, iedere keer als ik ergens anders over schrijf komen ongewenste beelden uit mijn jeugd op de meest hinderlijke plekken omhoog zetten, als Zevenblad in de moestuin. Ik wil  daar een keer van af, kan ik eindelijk echt aan het werk.

Als schrijver moet je beschikken over een dubbel perspectief. Je moet naar binnen kunnen kijken, naar je eigen emoties, de voedingsbodem daarvan en het mechaniek erachter. Tegelijkertijd moet je naar buiten kunnen kijken, op zoek naar de woorden die andere mensen raken, en die hen een idee geven wat je wilt vertellen.

Wanneer je gaat schrijven over je eigen jeugd en je eigen leven, raakt het evenwicht al snel zoek. Probeer jezelf maar eens koel te analyseren. Probeer eens van jezelf een marionet te maken, die je met een paar subtiele vingerbewegingen van de ene emotie in de andere kunt sturen. Wanneer je dat stadium kunt bereiken, ben je vrij om het verhaal van je leven op een goeie manier te vertellen. Dan kun je de waarheid liegen.

De Rotterdamse kunstenaar Bert Simons heeft de problemen waar ik mee worstel allang opgelost. Hij maakt driedimensionale afbeeldingen van zichzelf, uit 80-grams printerpapier. Lijntjes op een blaadje papier worden met schaar en lijmpot samengevoegd tot wonderlijk levensechte klonen. Zo kan hij zichzelf objectief bekijken, vanuit alle mogelijke invalshoeken.

Bijkomend voordeel: hij kan nu zichzelf exporteren.  Over de hele wereld bouwen mensen hun eigen Bert Simons. Lang nadat de Bert Simons van vlees en bloed tot stof is wedergekeerd, zullen uit meer duurzame materialen opgetrokken Bert Simonsen voortbestaan.

Neem een kijkje op de website van Bert Simons.

Vergeet niet via deze pagina de PDF te downloaden, zodat je een eigen Bert Simons kunt bouwen. Dan probeer ik ondertussen het ongelijk van Bernlef aan te tonen.


Feb 25 2010

Door de ogen van de schrijver

Wie schrijft schept een wereld, waar de lezer in kan rondlopen. Het kan een klein wereldje zijn, een cel zonder ramen. Of een paleis dat nooit meer ophoudt. In eerdere blogs heb ik beschreven hoe het voelt om een wereld te laten ontstaan. Ik vergelijk dat met het opzetten van een circustent. In het begin ligt het zeil nog plat op de grond. Je kruipt eronder (een benauwd moment voor de onervaren padvinder), en begint eens met het omhoog zetten van een stok. Lucht, ruimte! Een tweede stok erbij, en je hebt een kamertje. Zo kan je een tijdje doorbouwen, maar op een gegeven moment moet je ingrijpender maatregelen nemen. Waar komen de grote pijlers die de hele tent structuur geven?

De lezer van je verhaal krijgt een ruimte voor ogen. Maar hij kan die ruimte niet objectief beoordelen, want jij zit ertussen. Hoe de lezer de ruimte in het verhaal ervaart wordt gedicteerd door de schrijver.

In de handboeken krijgen we hier een verhandeling over ‘vertelperspectief’. Welk personage vertelt het verhaal, is dat een ik, een hij, een alwetende verteller? Een belangrijke keuze, zeggen de handboeken, want denk erom, de lezer ziet het verhaal door de ogen van dat personage. De lezer klimt in de hersenpan van de voornaamste personages, en beziet de wereld vanuit dat gezichtspunt.

Ik geloof er niks van. Ik zie het leven niet door de ogen van de hoofdpersoon, hoe goed een schrijver ook is, hoe meeslepend ook zijn verteltechniek. Ik weet altijd, al lezend, dat iemand die hoofdpersoon voor mij geschapen heeft, om mij een blik te gunnen in zijn wereld. Ik kijk door de ogen van de schrijver.

Continue reading


Dec 9 2009

Schrijvers worden geboren

incredibleshrinkingman
Kun je leren om literatuur te schrijven? Ja, zei ik in een vorige post, want schrijven is in de eerste plaats een ambacht. Een ambacht kan je leren. Ambachtelijke kennis kan in stukjes worden geknipt en overgedragen. Zo maak je schrijvers. Toch?

De meest befaamde instelling van het Creatief Schrijven is de Writers Workshop van de Universiteit van Iowa. In de jaren 70 van de vorige eeuw kon je daar schrijfles krijgen van Raymond Carver en John Cheever tegelijk. Deze opleiding zegt zelf op zijn website: het feit dat wij zoveel gelauwerde schrijvers hebben opgeleverd heeft volgens ons vooral te maken met hun bagage, met wat ze meebrachten naar de opleiding, en niet zozeer met wat ze van ons hebben opgestoken. It is our conviction that writing cannot be taught, but that writers can be encouraged.

Continue reading


Nov 19 2009

Schrijvers worden gemaakt

witch_magic
Kan je leren om literatuur te schrijven? Of word je als schrijver geboren?

Leuke vragen om te bespreken met een deskundig publiek (in dit geval het Schrijvers Platform Arnhem). Mijn inleiding bestond uit twee delen. In deel 1 werd de vraag ‘kan je leren schrijven’ beantwoord met een volmondig JA. In deel twee met een driewerf NEEN. Zoals het vaak gaat: na de lezing, na de discussie en vooral na de slotronde in een plaatselijk café wist ik precies wat er eigenlijk gezegd had moeten worden op die lezing. Dit is deel 1, zie voor deel 2 een volgende post.

Kan je leren om literatuur te schrijven die uitgevenswaardig is, voor een breed publiek interessant?
Die vraag wil ik om te beginnen beantwoorden met een volmondig JA. Schrijvers worden gemaakt, daar is geen alchemie voor nodig. Vlijt en ijver volstaan.

Continue reading


Nov 3 2009

Murakami in de Zen-tuin

ryoanjizentuin
Haruki Murakami is zo’ n schrijver die je aan elkaar doorgeeft: hier, moet je lezen. Een van zijn boeken zou ik wel aan iedereen willen doorgeven: South of the Border, West of the Sun. In het Nederlands heet het Ten zuiden van de grens.

Het is een van de rustigste boeken van deze Japanse schrijver, die ook verhalen heeft gemaakt vol bizarre wendingen en moeilijk te duiden symbolen (De opwindvogelkronieken!). Vergeleken daarmee is Ten zuiden van de grens kalmpjes geschreven.

De plot van het verhaal is niet spectaculair, het boek is zelfs bijna plotloos. De hoofdpersoon heeft een jeugdliefde, een gehandicapt meisje dat verhuist en buiten zijn gezichtsveld raakt. Ze duikt later weer op, maar het ziet er niet naar uit dat ze haar vriendje van weleer nog toe zal laten in haar leven.
Het boek is gevuld met alledaagse beslommeringen, belangrijke keuzes die geen keuzes blijken omdat de alternatieven ontbreken, de tijd gaat voorbij en de hoofdpersoon constateert regelmatig dat hij eigenlijk een gelukkig leven leidt met vrouw en kinderen – zonder zijn grote liefde.

We krijgen het verhaal voorgeschoteld van een vlak leven. ‘En toch lezen we door’, zei een bevriende Murakami-lezer. Precies, zo is het. Let eens op de verfijnde technieken die Murakami hanteert om je aan het lezen te houden in een verhaal dat zo langzaam op gang komt. Kleine beloften die in de tekst verstopt liggen. Passages die ontroeren. Niet omdat er spectaculaire dingen gebeuren, geen geweld, geen suspense, maar alleen omdat hier iemand de waarheid laat zien over zijn eigen leven.

Murakami vertelt zijn verhaal droog, vlak. Gaandeweg begin je te merken, dat hij technieken toepast om het geheel nog vlakker te maken. Technieken die in elk handboek Creatief Schrijven staan vermeld als fouten die je moet vermijden.
Show, don’ t tell, weet je nog? Kauw de lezer niet alles voor, laat hem zelf ontdekken wat er aan de hand is. Murakami lijkt je die kans niet te geven, hij vertelt en vertelt, een rustige causeur die je een vertrouwde wereld binnenleidt.
Herhaling, ook zo’n verboden techniek. Murakami beschrijft hoe de hoofdpersoon op de lagere school een meisje ontmoet met een misvormd been. De twee kinderen raken innig bevriend. Uitvoerig wordt beschreven hoe moeizaam de kleine Shimamoto loopt. Honderd pagina’s verder komen de twee elkaar weer tegen. “Om te beginnen heb ik een lam been, “ zegt zij, alsof we dat niet al wisten, “daarom kan ik niet dezelfde dingen die gewone mensen kunnen.”
“Vertel me eens over je leven,” zegt Shimamoto even later tegen de hoofdpersoon. En dat doet hij dus: “Ik vertelde haar hoe mijn leven in grote lijnen was verlopen.” Volgt een alinea samenvatting van alles wat we tot dan toe gelezen hebben.

De herhaling en het uitleggen van zaken die we al begrepen hadden bezorgen de lezer een veilig gevoel. We zijn hier eerder geweest, we gaan nu kalmpjes een paar stappen verder. Je raakt vertrouwd met dit vreemde leven, het gaat over een ander mens, maar groot is de afstand niet. Je kunt je voorstellen dat het jou allemaal zelf overkomt. Dat geeft extra slagkracht aan de sleutelpassages verderop in het boek: je staat er helemaal voor open.

John Updike noemde Murakami in een mooi essay ‘a tender painter of negative spaces’. Een tedere schilder van de leegte, de mist, the void. Dat essay gaat over het boek Kafka on the shore (Kafka op het strand), waarin Murakami alles uit kast trekt om de leegte tastbaar te maken. Een van de hoofdpersonen is door een blikseminslag al zijn herinneringen en de meeste hersenfuncties kwijtgeraakt ( a ‘mind wiped clean’), de andere hoofdpersoon rent aan het einde van het verhaal de jungle in op zoek naar the void in zichzelf.

Ik vind dat Murakami die leegte nog beter getroffen heeft in Ten zuiden van de grens, juist omdat hij er geen woorden aan verspilt. Een leven tot de rand toe gevuld met routinematige handelingen, dat is pas leeg.
zentuin
Murakami gebruikt het vlakke, bijna emotieloze leven van de hoofdpersoon in Ten zuiden van de grens als achtergrond om des te beter te laten uitkomen wat hij jou wil laten zien. Hij leidt je de Zen-tuin binnen. Kijk naar de harksporen in het zand. Onze ogen zoeken de structuur, de golven, de lijnen. Je zou bijna vergeten dat het maar om een paar millimeter gaat, om minieme verschuivingen. Stel je scherp op de rotsen, dan vervaagt de structuur in het zand. Tegen de neutrale achtergrond komen de vorm en de schoonheid van de rotspunten pas goed tot hun recht.

Reageren? Stuur een mailtje naar sanderkooistra@gmail.com

Joost de Vries schreef voor De Groene een mooi artikel over het lezen van Murakami.


Jun 10 2009

De schaduw van het perspectief

alexey-titarenko
De schaduw van de wind, door Carlos Ruiz Zafón. Introductie niet nodig.Tien miljoen exemplaren verkocht, waarvan 600.000 alleen in Nederland.
Ik begin te lezen, en stuit halverwege de tweede pagina op de volgende passage:

“Als kind leerde ik in slaap te vallen terwijl ik in de duisternis van mijn slaapkamer de gebeurtenissen van de dag aan mijn moeder vertelde, mijn wederwaardigheden op school, wat ik die dag geleerd had…ik kon haar stem niet horen noch haar aanraking voelen, maar haar licht en warmte brandden in elke hoek van het huis en ik geloofde, met de onschuld van hen die hun leeftijd nog op tien vingers kunnen tellen, dat als ik mijn ogen sloot en praatte, ze mij zou kunnen horen, waar ze ook was. Soms luisterde mijn vader naar me vanuit de eetkamer en huilde stilletjes.”

Even denk ik dat ik me vergist heb. Ik lees die laatste zin nog een keer. En dan de hele alinea. Ik heb me niet vergist. Zafón verandert, in een passage die overduidelijk bedoeld is om emotie op te wekken bij de lezer, van vertelperspectief. De ik die het verhaal vertelt, zoon Daniel, wordt ingewisseld voor een alwetende verteller die boven de scène hangt, en iets waarneemt wat het jongetje niet gezien kan hebben. Meteen daarop schakelen we terug naar het oorspronkelijke perspectief: ‘ik herinner me dat ik die ochtend….’

Wie een bestseller van deze proporties schrijft heeft altijd gelijk. Maar het kost nu moeite om verder te lezen, want ik voel me op glad ijs.

Continue reading


Apr 17 2009

De juiste toon

solohenkgeorgelippens

De Zwitserse schrijver Charles Lewinsky (van het fenomenale boek Het lot van de familie Meijer) werd geïnterviewd door het NRC-Handelsblad. “Ik probeer altijd iets te schrijven dat ik nog nooit eerder heb geschreven,“ zegt hij, “zodat ik weer iets nieuws kan leren. Ik probeer steeds een andere stijl uit, die past bij het verhaal dat ik wil vertellen. (…) Ik kan pas beginnen met schrijven als ik de juiste stijl, de juiste toon heb gevonden.”

Hoe vindt u die?, vraagt de interviewster.
Lewinsky: „Ik weet niet waar die vandaan komen en ik wil het ook niet weten. Voor mij hoort dat bij de magie van het schrijven.”

Continue reading


Apr 9 2009

De lezer in eigen persoon

exploded_view_lucyandbart

Kunnen wij begrijpen wat er in een ander mens omgaat? Als schrijver hoor ik te zeggen: ja, dat kunnen we. Het zou de bodem onder ons project uithalen, wanneer ik dat ontkende, toch? Wij begrijpen een aantal fundamentele karaktertrekken van onze personages, anders kunnen we ze niet tot leven brengen. Lezers herkennen zich in die personages, worden er verliefd op (Jane Eyre! ), krijgen er een pesthekel aan, strijden er tegen. Je biedt de lezer inzicht in wat een ander beweegt, relativeringsvermogen, misschien ook een dieper begrip van andere mensen.

Ik heb een versie van mijn boek laten lezen aan twintig mensen, en sindsdien twijfel ik aan alles wat hierboven staat. Er is geen peil te trekken op hun reacties. Vuurpijlen alle kanten op. Hebben ze wel allemaal hetzelfde manuscript gelezen? Of verwarren ze mijn verhaal met een ander boek dat ze net aan het lezen waren?

Continue reading


Mar 31 2009

Structuur

structuur_in_touch
Ik was al weken ver in een verhaal dat steeds wildere vormen begon aan te nemen, vol energie en daadkracht over alle randen klotste, bevolkt raakte met personages die vreemden voor me bleven terwijl ik ze toch zelf in het leven had geroepen. Van de ene dag op de andere kon ik niet verder. Teveel losse eindjes. Teveel mogelijkheden. Twee, drie boeken in 1 verhaal geperst.

Decision time. Besluiten nemen over de opbouw van het verhaal. De stroomversnelling, waarop ik me zo heerlijk had laten meedrijven, moest ingedamd. Spontane invallen getemd, gedresseerd, en in overzichtelijke weitjes te grazen gezet.

Continue reading