Eenzaam, niet alleen

Ted_van_Lieshout
Ted van Lieshout is bekend geworden door zijn gedichten voor kinderen en door het aangrijpende verhaal Zeer Kleine Liefde, over zijn relatie als twaalfjarig jongetje met een pedofiele man.

In het NRC weekblad vertelt Van Lieshout over zijn jeugd.

“Ik deed altijd bijna alles in mijn eentje, ik was een ziekelijk jongetje. Op mijn kamertje zat ik uren te tekenen en te fantaseren en wat niet al. Ik voelde mij niet helemaal begrepen. Ik dacht dat ik de enige was met een innerlijk leven. Dat in die kleine onooglijke hoofdjes van mijn klasgenoten ook gedachten zaten, dat leek me onmogelijk.”

Eenzaam, onbegrepen, bezig met fantaseren. Een portret van de schrijver in wording dat ons inmiddels bekend voorkomt (zie mijn eerdere post Waarom wij schrijven). Toch lukte het Van Lieshout pas om door te breken als schrijver, toen hij in feite de hoop al had opgegeven.

Ik schreef voor volwassenen. Dat kon ik niet. Mijn  teksten stonden vol woorden als ‘desalniettemin’ en ‘nochtans’. Op het moment dat ik voor kinderen ging schrijven, moest ik die woorden schrappen. Toen bleek opeens dat ik kon schrijven. Zo makkelijk was het. Het keerpunt kwam toen ik gedichten van mezelf teruglas en ze niet meer begreep. Die gedichten heb ik verscheurd. Het masker van mijn zogenaamde intellectualiteit heb ik toen afgezet.

U wilde graag doorgaan voor een intellectueel?

Al vanaf mijn derde, denk ik. Ik vond mezelf bijzonder en ik dacht: als je bijzonder bent, dan ben je op zijn minst intellectueel. Dus probeerde ik intellectueel over te komen….”

Van Lieshout voldeed aan alle psychologische basisvoorwaarden om schrijver te worden, maar hij verzon er zelf nog een extra voorwaarde bij. Dat bleek uiteindelijk de grootste barrière. Pas toen hij het masker van de intellectueel kon afleggen kwam de schrijver tot bloei.

Ik herken veel in dit verhaal, ook al was mijn jeugd (en mijn psychologische ontwikkeling) heel anders. Het gaat over gevoeligheid. Wanneer je als kind zo bezig bent met je eigen gevoelens, gedachten, fantasie, dan ontwikkel je ook een grote gevoeligheid voor de gevoelens en verwachtingen van de mensen om je heen.

Van Lieshout zegt, dat hij van zichzelf verwachtte dat hij een intellectueel zou worden, dat hij zelf – als peuter van drie – die eis formuleerde.  Een fraai voorbeeld van het solipsisme dat voor kleine kinderen vanzelfsprekend is (‘als ik mijn ogen dichtdoe, gaat het licht uit’).

Hoe komt de kleine Ted op het idee dat hij een intellectueel moet worden? Ik denk dat hij al vroeg begrepen heeft waarmee je als bijzondere eenling status kunt verwerven in de maatschappij, wat zelfs in eenzaten bewonderd wordt. De ambities van de kleine Ted weerspiegelen wat zijn ouders belangrijk vonden, of de dominees op de radio, of de leraren op school.

De kleine Ted wist wel dat hij bijzonder was, maar wilde ook gezien worden door anderen, een plek vinden waar hij meetelde. De strategie die hij daartoe inzette zou hem een heel eind hebben gebracht als hij leraar had willen worden, of beleidsmedewerker, of literatuurwetenschapper. Als schrijver heb je last van zo’n pose, van elke onechtheid, hoe onschuldig op zich ook.

Ik had net zo te kampen met  een strategie die ik als klein kind ontworpen had om goedgekeurd te worden door mijn omgeving. Vandaar dat het zo lang geduurd heeft voordat ik mezelf kon toestaan om literatuur te schrijven. Vijftig jaar heb ik er over gedaan om uit te vinden dat het helemaal niet interessant is wat andere mensen van je vinden – dat het erom gaat wat jij van jezelf vindt. Zo makkelijk was het, zegt Van Lieshout, en hij heeft gelijk.

Ted van Lieshout werd geïnterviewd door Karel Berkhout en Monique Snoeijen. NRC Weekblad 3-9 oktober 2009. Titel: ‘Het hindert mij dat er geen begrip is voor pedofielen’.

Ted van Lieshout heeft een eigen weblog, helaas grotendeels gevuld met een agenda van spreekbeurten en publicaties. Wel handig om bijvoorbeeld interviews op te zoeken.