De juiste toon

solohenkgeorgelippens

De Zwitserse schrijver Charles Lewinsky (van het fenomenale boek Het lot van de familie Meijer) werd geïnterviewd door het NRC-Handelsblad. “Ik probeer altijd iets te schrijven dat ik nog nooit eerder heb geschreven,“ zegt hij, “zodat ik weer iets nieuws kan leren. Ik probeer steeds een andere stijl uit, die past bij het verhaal dat ik wil vertellen. (…) Ik kan pas beginnen met schrijven als ik de juiste stijl, de juiste toon heb gevonden.”

Hoe vindt u die?, vraagt de interviewster.

Lewinsky: „Ik weet niet waar die vandaan komen en ik wil het ook niet weten. Voor mij hoort dat bij de magie van het schrijven.”

Als ik de methode-Lewinsky had gevolgd, kon ik nu beginnen met schrijven. Want ik weet eindelijk wat de juiste toon is voor mijn verhaal. Een beetje jammer, dat ik daar pas achter kom na een slordige 40.000 woorden.…

Mijn hoofdpersoon is nogal een dwingende figuur, behept met een ‘anti-sociale persoonlijkheidsstoornis’. Hij produceert vanzelf een toon, dacht ik. En dat was ook zo. Het merkwaardige springerige van dit personage kwam als vanzelf in mijn zinnen te voorschijn. Zijn eigenschappen kregen een diepgaande invloed op het verhaal, en op de stijl. Mijn hoofdpersoon verveelt zich snel, en kan volkomen geobsedeerd raken door iets wat zijn lust opwekt. Dat zie je terug in de taal waarin het verhaal verteld wordt.

Maar daarmee heb je de toon nog niet te pakken. Want de toon van het verhaal is geen eigenschap van de hoofdpersoon.

Naarmate ik verder doordrong in de psyche van mijn hoofdpersoon begon ik hem beter te begrijpen. Ik ging zelfs van hem houden.

Dat heeft hij gevoeld, denk ik. Op een zeker moment begon hij terug te praten. Ik hoefde niet in hem rond te wroeten om hem tot actie aan te zetten, hij handelde voor eigen rekening, en meldde mij keurig het verloop van de gebeurtenissen. In zijn taal.

Vanaf die tijd (na de eerste 10.000 woorden ongeveer) wist ik hoe mijn hoofdpersoon praat, kon ik zien hoe hij beweegt. Ik volgde zijn avonturen, en ik had daar een gevoel bij. Ik was kortom al aardig gevorderd met mijn personage, maar nog altijd niet genoeg om te weten welke toon mijn verhaal moest krijgen.

Wat er precies gebeurd is, ik weet het niet. Het hoort bij de magie van het schrijven, zegt Lewinsky. Misschien moeten we niet al te ijverig proberen om daar achter te komen. Maar iets kan ik er wel over zeggen: mijn hoofdpersoon vertelt me zijn verhaal, in zijn woorden, en ik voel van binnen een resonans.  Zijn woorden komen teruggeveerd,  ze hebben in mij een andere lading gekregen. Ik heb ze vertaald. Wat terugkomt is mijn interpretatie van zijn verhaal en zijn taal. Ziedaar: de toon waar ik naar op zoek was.

Nou nog even 40.000 woorden herschrijven. Fluitje van een cent.

Op de foto bij dit artikel: de veelzijdige kleinkunstenaar Henk George  Lippens.