Waarom wij schrijven
George Orwell wist als jongetje van een jaar of zes al dat hij schrijver zou worden, vertelt hij in het essay Why I Write (1946): ‘ I had the lonely child’s habit of making up stories and holding conversations with imaginary persons, and I think from the very start my literary ambitions were mixed up with the feeling of being isolated and undervalued. I knew that I had a facility with words and a power of facing unpleasant facts, and I felt that this created a sort of private world in which I could get my own back for my failure in everyday life.’
Drie elementen uit dit snijdende zelfportret duiken steeds weer op in de biografie van schrijvers. Ik heb ze nu zo vaak voorbij zien komen, steeds in iets andere bewoordingen, andere gradaties, ik denk dat er een systeem in zit.
1. Orwell schetst een kind, dat zich apart voelt staan van anderen, zich ondergewaardeerd weet, iemand die zich maar moeizaam kan handhaven in het leven van alledag.
Op zijn manier vertelt Giphart hetzelfde verhaal: ‘Schrijven is een fantastisch wapen tegen de wereld. Op school hadden we een clubje van jongens. Laten we zeggen dat de meisjes niet stonden te dringen om door ons ontmaagd te worden. Door de literator uit te hangen, konden we een soort schild maken. Ieder jong dichtertje doet dat.’
Gerrit Komrij zegt het zo: ‘Ik heb me nooit op mijn gemak gevoeld in mijn eigen lichaam. Maar ik ben nuchter genoeg om te beseffen dat je er geen andere kop op kunt schroeven. Schrijven is toch ook mijn verleidingstactiek – ‘Kijk eens naar mij!’ – waar je mee uitpakt omdat het je op een andere manier niet lukt. Ik had het anders gewild.’
2. Ze zijn eenzaam, deze kinderen, niet echt op hun gemak in de wereld, maar dit gemis wordt gecompenseerd door de zekerheid dat ze een wapen hebben. A facility with words. Waar komt dat vandaan? Langdurig ziek zijn helpt, tenminste, als er boeken in de buurt zijn om de verveling te verdrijven.
De Engelse krant The Guardian heeft een langlopende serie interviews met schrijvers over hun professie, onder de voor de hand liggende titel Why I Write. Op een enkele uitzondering na groeiden deze schrijvers op in een omgeving vol boeken, met ouders die spannende verhalen voorlazen, hun kind meesleepten naar opera en toneelstukken, of juist kasten vol met detectives hadden staan. Voor de meeste kinderen is lezen en verhalen aanhoren niet meer dan een tijdpassering. Voor sommige wordt het een eerste levensbehoefte.
3. En dan ontstaat het verlangen om met eigen woorden een eigen wereld te scheppen.
Soms uit wraak. Komrij: ‘Het is vanaf mijn vroegste jeugd toch een drijfveer geweest tegen de mensen te roepen: “Als jullie mij niet moeten, dan zal ik jullie eens wat vertellen, ik moet jullie ook helemaal niet!”— Een soort pre -emptive strike.’
Uit behoefte om een wereldje te scheppen dat je volkomen kan controleren, zoals de Engelse SF-auteur Will Self: ‘I like the sensation of creating a tiny world that I alone control. Control freakery: it allows me to be in a place that is mediated by rituals of my own devising.’
Beryl Bainbridge schiep een literaire wereld om openlijk over zichzelf te kunnen schrijven: ‘I wanted to make sense of my childhood. I wanted to write it all down – but I couldn’t write it as it happened. I had to turn it into fiction because I didn’t want my parents to see it.’
Jonathan Coe (van The Rotters Club) kan zich helemaal niet meer voorstellen wat hem bezielde, als 8-jarig jongetje: ‘ I’m baffled even now by why I chose to sit inside doing that when I could have been outside playing football or riding my bike. It’s very odd behaviour, almost pathological.’
Zo wordt een schrijver geboren. Tenminste, wanneer die jongen of dat meisje geen andere manier vindt om de jeugdfrustraties van zich af te schudden. En blijkt te beschikken over nog een handvol andere cruciale eigenschappen, zoals zitvlees. Maar dat is een ander verhaal.
Citaten Gerrit Komrij en Giphart uit interviews gepubliceerd in het onvolprezen weekblad Vrij Nederland (respectievelijk door Mark Schaevers, 20-03-2004 en Yoeri Albrecht, 10-2-2001).
Illustratie: een van de schitterende advertenties van de Praagse Anagram Bookshop.