Het mooiste voetbal van de wereld

Een column, uitgesproken halverwege het WK waar Oranje alweer bijna wereldkampioen werd.

Als voetballiefhebber word je niet heel vrolijk van dit WK. ‘De spanning vergoedt veel’, zeggen we tegen elkaar. Ligt het aan de bal, aan de velden, zijn de spelers te moe na een volgeplempt seizoen? Ik wil graag mijn steentje bijdragen aan het oeverloze geouwehoer door een geheel nieuw thema op tafel te werpen: de manier waarop wedstrijden in beeld worden gebracht.

Ik herinner mij nog voetbalwedstrijden in zwart-wit, op een schermpje ter grootte van twee ansichtkaarten. Sterker nog, ik herinner mij voetbalwedstrijden die helemaal niet op televisie kwamen, omdat je nog geen televisie had.

Ik herinner mij dat er een linnen doek voor de luidspreker van de radio gelijmd zat, en ik daar tegenaan met mijn oor, bang dat ik ook maar een seconde zou missen van de onverdraaglijk spannende matches tussen Oranje en onze aartsrivaal. Ik doel hier natuurlijk op de Rode Duivels.
Wedstrijden waarin de as van de Belgische ploeg, bestaande uit de slager Hanon en de fijnzinnige passer Jef Jurion, een plaag vormde voor ons eigen gouden binnentrio.

Wij zagen niet wat daar op het veld gebeurde. Wij moesten het doen met de woordenstroom van Leo Pagano, een man die in een minuut meer woorden kon voortbrengen dan mijn opa in een hele dag. En juist omdat er geen beeld bij was wist ik wat daar in dat Brusselse stadion gebeurde. Ik hoefde maar te kijken naar de witte muur naast de radio, en ik zag de wedstrijd voor me, van seconde tot seconde.

Zo mooi als daar op die witte muur gespeeld werd, heb ik nooit meer terug kunnen vinden, het was het mooiste voetbal van de wereld. Het mooiste vond ik de manier waarop de spelers juichten, ik had daar foto’ s van gezien in de Provinciale Zeeuwse Courant. De spelers liepen, als ze gescoord hadden, terug naar eigen helft met beide armen recht omhoog, langs de oren. Ik oefende en oefende, maar verder dan een meter of tien ben ik op die wijze nooit gekomen.

Door Leo Pagano beleefde je de wedstrijd zoals hij gespeeld werd, je zat er middenin. Ik wilde dat ook. Ik wilde zelf voetballen. Ik werd keeper, ik raakte ondergedompeld in de mysterieuze golfslag van een voetbalwedstrijd, met momenten van volkomen stilstand, en momenten dat het spel als een losgeslagen stier op je afkomt, en ondertussen prevelde ik tegen mijzelf zinnetjes van Leo Pagano.
Niet voor de eerste keer verzuimt het middenveld de aanvalslust der tegenstander te beknotten.
Ai, dit lelijk misverstand in de achterhoede leidt tot een benarde situatie voor ons doel.
Maar wederom een phenomenale redding van onze betrouwbare sluitpost.
( Dat was ik)

Toen kwam de vooruitgang. En ieder keer geloofde ik dat het een vooruitgang was, en dat ik nou te zien zou krijgen wat ik ooit zelf op die witte muur had gezien: het mooiste voetbal van de wereld.
Er kwam TV. Beeld! Er kwam kleuren TV. Er kwamen grotere schermen. Steeds grotere schermen. Er kwamen beamers. We kregen HD beeld. Hoe groter de schermen, hoe scherper de pixels, hoe groter mijn teleurstelling.

We kregen extra cameramensen, en regisseurs die vinden dat er gebruik gemaakt moet worden van de mogelijkheden.
We kregen herhalingen van doelpunten, twee herhalingen, drie, we kregen herhalingen in reverse angle.

Iedere keer als er gescoord wordt in een wedstrijd, maakt niet uit door wie, wend ik mijn blik af van de TV, ik kijk naar een witte muur, en ik probeer te bedenken wat ik zou voelen in die situatie, als keeper die net gepasseerd is. Dat ene moment van stilte. Geen vuvuzela te horen. Je moet jezelf weer bij elkaar rapen. Iedereen om je heen is daar mee bezig, je kijkt elkaar aan. Dat zijn de momenten waar blijkt of je een team bent of niet. Daar wordt de wedstrijd beslist.
Maar de regisseur wil geen stilte, de regisseur wil Beeld, en Emotie, en in zijn angst voor de Grote Leegte plempt hij het beeldscherm vol met dingen die er niet toe doen. Hoe de doelpuntenmaker juicht, vanuit zes hoeken gezien.

En dan krijgen we de herhalingen van overtredingen, bestraft of niet.
herhalingen van leuke passeerbewegingen,
herhalingen van de gekke bekken die de trainers trekken,
super slomo beelden van een halo aan fijne zweetdruppeltjes rond het hoofd van een speler die net gekopt heeft.

Een wedstrijd waarin niks gebeurt is een verademing, want als er niks gebeurt heeft de beeldregie niks om te herhalen, en dan kan je tenminste rustig naar het voetbal kijken.

Is het een leuke wedstrijd, berg je dan maar, want elke mogelijkheid tot herhalen dient tot de laatste seconde te worden uitgenut,
voordat je de herhalingen hebt uitgezeten is er al een aanval afgeslagen en rolt de golf alweer een heel andere kant op,
en als je pech hebt is er alweer iets gebeurd dat herhalenswaardig is, waardoor een scène wordt herhaald die je nog helemaal niet gezien hebt,
en terwijl je in je hoofd de wedstrijd aan het reconstrueren bent,
ongeveer zoals de restaurateur van het Valkhof uit de scherven een Griekse vaas in elkaar probeert te plakken,
missen we met zijn allen het volgende opmerkelijke moment. (De 3-1 van Slowakije tegen Italie. De 1-0 van Duitsland tegen Engeland.)

En dan denk ik: waar is het voetbal gebleven? Waar is de harteklop van de wedstrijd?

Wat hier in beeld wordt gebracht, is niet het voetbal zoals dat op de velden wordt gespeeld. Het is de Playstationversie.
Het jongetje dat deze wedstrijden ziet, denkt niet: ik wil ook voetballen, die gaat niet de halve stad door fietsen in weer en wind met zijn groenwitte kousen alvast aan omdat hij zo graag voetballen wil. Dat jongetje wil een Playstation, zodat hij met een zakkie chips erbij lekker kan oefenen op alle nieuwe passeerbewegingen,
en natuurlijk op de overtredingen die hij zo mooi heeft kunnen bestuderen, in herhaling, in reverse angle.

Dus ik ga met jullie kijken naar de wedstrijd. Misschien ben ik er niet altijd met mijn gedachten bij. Dan denk ik aan dat jongetje van vroeger, met zijn oor bij de radio. Dan denk ik, zet die beamer uit en de radio aan. Laat Leo Pagano verslag doen. Laat me staren naar een witte muur, naar het mooiste voetbal van de wereld.

Van de wedstrijdverslagen van Leo Pagano is niets bewaard gebleven. In dit filmpje wendt hij zijn bekende woordenstroom slechts aan om tijd te winnen voor de sneldichter Jan de Cleir. Deze produceerde in een paar minuten een gezongen commentaar op de wedstrijd die net was afgelopen, met alle hoogtepunten en tegenslagen. Ook een soort herhaling dus, maar dan een die je verbeelding liet vliegen.