Feb 25 2010

Door de ogen van de schrijver

Wie schrijft schept een wereld, waar de lezer in kan rondlopen. Het kan een klein wereldje zijn, een cel zonder ramen. Of een paleis dat nooit meer ophoudt. In eerdere blogs heb ik beschreven hoe het voelt om een wereld te laten ontstaan. Ik vergelijk dat met het opzetten van een circustent. In het begin ligt het zeil nog plat op de grond. Je kruipt eronder (een benauwd moment voor de onervaren padvinder), en begint eens met het omhoog zetten van een stok. Lucht, ruimte! Een tweede stok erbij, en je hebt een kamertje. Zo kan je een tijdje doorbouwen, maar op een gegeven moment moet je ingrijpender maatregelen nemen. Waar komen de grote pijlers die de hele tent structuur geven?

De lezer van je verhaal krijgt een ruimte voor ogen. Maar hij kan die ruimte niet objectief beoordelen, want jij zit ertussen. Hoe de lezer de ruimte in het verhaal ervaart wordt gedicteerd door de schrijver.

In de handboeken krijgen we hier een verhandeling over ‘vertelperspectief’. Welk personage vertelt het verhaal, is dat een ik, een hij, een alwetende verteller? Een belangrijke keuze, zeggen de handboeken, want denk erom, de lezer ziet het verhaal door de ogen van dat personage. De lezer klimt in de hersenpan van de voornaamste personages, en beziet de wereld vanuit dat gezichtspunt.

Ik geloof er niks van. Ik zie het leven niet door de ogen van de hoofdpersoon, hoe goed een schrijver ook is, hoe meeslepend ook zijn verteltechniek. Ik weet altijd, al lezend, dat iemand die hoofdpersoon voor mij geschapen heeft, om mij een blik te gunnen in zijn wereld. Ik kijk door de ogen van de schrijver.

Continue reading


May 4 2009

Kleine psychologie van het schrijven (deel 1)

Escape
Ik doe een poging om alles wat ik tot nu toe verzameld heb over de psychologie van het schrijven in kaart te brengen. De witte vlekken (dat zijn er meer dan ik had gedacht) probeer ik de komende maanden in te vullen. Het blijft mij een raadsel waarom ik zo weinig bijdragen van psychologen en andere vaklui kan vinden over de psychologie van de kunstenaar (en meer speciaal de schrijver). Heb je interessante gezichtspunten of literatuur in de aanbieding, aarzel niet om te mailen.

1. Het fundament.

Zelf schrijver worden, heet een boekje van Gerard Reve. De titel is natuurlijk ironisch bedoeld. Een typisch Reviaanse manier om te zeggen: Je kan alleen schrijver worden, wanneer je al schrijver bent. Er is een bepaalde state of mind voor nodig om schrijver te kunnen worden.

Orwell schetst zijn zelfportret in het essay Why I Write, en laat daarmee zien hoe die state of mind in elkaar steekt.
– Schrijvers voelen zich van hun jeugd af aan niet helemaal thuis in de maatschappij, staan er buiten, denken dat ze niet gezien en niet gewaardeerd worden.
– Schrijvers voelen zich eenzaam, maar ze hebben een wapen: ze kunnen erg goed met woorden overweg.
– Schrijvers ontdekken (vroeg of laat) hoe leuk het is om met woorden een eigen wereldje te scheppen.

Beschik je niet over die predispositie, des te beter, dat maakt het een stuk eenvoudiger om een gelukkig leven te leiden – maar schrijver worden is dan waarschijnlijk geen goed idee.

Continue reading


Feb 14 2009

Waarom wij schrijven

anagram_knights

George Orwell wist als jongetje van een jaar of zes al dat hij schrijver zou worden, vertelt hij in het essay Why I Write (1946):  ‘ I had the lonely child’s habit of making up stories and holding conversations with imaginary persons, and I think from the very start my literary ambitions were mixed up with the feeling of being isolated and undervalued. I knew that I had a facility with words and a power of facing unpleasant facts, and I felt that this created a sort of private world in which I could get my own back for my failure in everyday life.’

Drie elementen uit dit snijdende zelfportret duiken steeds weer op in de biografie van schrijvers.  Ik heb ze nu zo vaak voorbij zien komen, steeds in iets andere bewoordingen, andere gradaties, ik denk dat er een systeem in zit.

Continue reading


Feb 9 2009

Overvraagd

khawajaovervraagd

Schrijver worden? Jij kan het, geloof me……..waarom kijk je me nou zo wantrouwend aan?…..okee, ik geef toe, er zijn nog een paar eenvoudige voorwaarden waar je aan moet voldoen.

Aangeboren taalgevoel, bijvoorbeeld. Ingebouwde spellingchecker. Diepgaande kennis van de belangrijke boeken en schrijvers uit de wereldliteratuur. De brandende wens om gehoord te worden door mensen die je niet kent en nooit zal tegenkomen. Het verlangen om een wereld te scheppen, in je eentje, gebogen over het papier. Het doorzettingsvermogen van een Hobbit. Continue reading


Jan 12 2009

De 5 belangrijkste schrijftips

ontvouw een wereld
Ik heb er jaren over gedaan voor ik literatuur durfde te schrijven. Misschien was het wat sneller gegaan, als iemand mij een paar tips had gegeven. Niet over vertelperspectief of foutief gebruik van de Aanvoegende Wijs ( ‘Laat me niet lachen!’). Geen technobabbel, geen academische schrijfwijzers. Een paar recht door zee opmerkingen over het schrijfproces en de psychologie van het schrijven, daar had ik meer aan gehad.

Dit is mijn top-5 voor iedereen die begint met schrijven.

Continue reading


Jan 10 2009

Papierman neemt het over

 papieren man

Papierman grijpt zijn kans

Ik word gestalkt door mijn hoofdpersoon. Aanvankelijk kwam ik hem alleen tegen als ik achter mijn toetsenbord zat. Toen begon hij ongevraagd te verschijnen op plaatsen waar ik hem kon missen als kiespijn: in de rij voor de kassa bij Albert Heijn, halverwege het bovenzaaltje van veilinghuis Christie’s, op het ronde terras in het Vondelpark. En nu beheerst hij zowat mijn hele leven.

Het komt door een simpel vraagje van een lezeres (ik heb de eerste versie van mijn boek rondgedeeld in een select clubje): ‘Die hoofdpersoon van jou, slaapt die goed? Of ligt hij de hele nacht wakker? Ik wil gewoon meer van hem weten.’

Continue reading


Jan 7 2009

Bouw een wereld

We gingen een grote tent opzetten, zo’n rechthoekig geval van dik wit canvas. Het uitrollen van het tentdoek was al een hele klus. En toen moesten er nog palen in. Ik was veruit de dunste en de slapste van het hele padvindersgroepje, volstrekt logisch dus dat dit taakje mij werd toebedeeld.  Manmoedig kroop ik onder het stugge witte zeildoek, dat rook naar een mengsel van 2 delen herfstbos, 1 deel zweetvoeten en 1 deel afgebrande lucifers. Twee stevige houten palen trok ik achter me aan. Het was benauwd onder het doek, dat  ongenadig op mijn rug drukte. De ringen waar de palen in hoorden kon ik niet vinden.
Na wat benarde momenten had ik beet. Ik sjorde de eerste paal overeind.  Opeens was er ruimte onder het zeildoek. Nog een paal erbij, de jongetjes buiten begonnen aan scheerlijnen te trekken. Een huisje! Plek om te leven.

Continue reading