Mar 20 2010

Loskomen


In zijn nieuwe boek Invisible geeft Paul Auster tips aan een schrijver die in zijn verhaal is vastgelopen. Het lijkt niet meer dan een tussenstukje in het boek, een overgang tussen twee grote hoofdstukken. Auster houdt er van om juist in dat soort passages, die je achteloos leest, terwijl je de gebeurtenissen in het vorige hoofdstuk nog aan het overdenken bent, de werkelijk belangrijke inzichten weg te steken.

Een man die weet dat hij niet lang meer te leven heeft schrijft in grote haast een  verantwoording van zijn leven (a final reckoning), waarbij hij zich concentreert op een paar cruciale gebeurtenissen in het jaar 1967. Maar hij loopt vast in een deel van zijn verhaal, en vraagt een oude studievriend om raad.

Die oude makker schrijft met frisse tegenzin een antwoord.

Continue reading


Feb 25 2010

Door de ogen van de schrijver

Wie schrijft schept een wereld, waar de lezer in kan rondlopen. Het kan een klein wereldje zijn, een cel zonder ramen. Of een paleis dat nooit meer ophoudt. In eerdere blogs heb ik beschreven hoe het voelt om een wereld te laten ontstaan. Ik vergelijk dat met het opzetten van een circustent. In het begin ligt het zeil nog plat op de grond. Je kruipt eronder (een benauwd moment voor de onervaren padvinder), en begint eens met het omhoog zetten van een stok. Lucht, ruimte! Een tweede stok erbij, en je hebt een kamertje. Zo kan je een tijdje doorbouwen, maar op een gegeven moment moet je ingrijpender maatregelen nemen. Waar komen de grote pijlers die de hele tent structuur geven?

De lezer van je verhaal krijgt een ruimte voor ogen. Maar hij kan die ruimte niet objectief beoordelen, want jij zit ertussen. Hoe de lezer de ruimte in het verhaal ervaart wordt gedicteerd door de schrijver.

In de handboeken krijgen we hier een verhandeling over ‘vertelperspectief’. Welk personage vertelt het verhaal, is dat een ik, een hij, een alwetende verteller? Een belangrijke keuze, zeggen de handboeken, want denk erom, de lezer ziet het verhaal door de ogen van dat personage. De lezer klimt in de hersenpan van de voornaamste personages, en beziet de wereld vanuit dat gezichtspunt.

Ik geloof er niks van. Ik zie het leven niet door de ogen van de hoofdpersoon, hoe goed een schrijver ook is, hoe meeslepend ook zijn verteltechniek. Ik weet altijd, al lezend, dat iemand die hoofdpersoon voor mij geschapen heeft, om mij een blik te gunnen in zijn wereld. Ik kijk door de ogen van de schrijver.

Continue reading


Jun 10 2009

De schaduw van het perspectief

alexey-titarenko
De schaduw van de wind, door Carlos Ruiz Zafón. Introductie niet nodig.Tien miljoen exemplaren verkocht, waarvan 600.000 alleen in Nederland.
Ik begin te lezen, en stuit halverwege de tweede pagina op de volgende passage:

“Als kind leerde ik in slaap te vallen terwijl ik in de duisternis van mijn slaapkamer de gebeurtenissen van de dag aan mijn moeder vertelde, mijn wederwaardigheden op school, wat ik die dag geleerd had…ik kon haar stem niet horen noch haar aanraking voelen, maar haar licht en warmte brandden in elke hoek van het huis en ik geloofde, met de onschuld van hen die hun leeftijd nog op tien vingers kunnen tellen, dat als ik mijn ogen sloot en praatte, ze mij zou kunnen horen, waar ze ook was. Soms luisterde mijn vader naar me vanuit de eetkamer en huilde stilletjes.”

Even denk ik dat ik me vergist heb. Ik lees die laatste zin nog een keer. En dan de hele alinea. Ik heb me niet vergist. Zafón verandert, in een passage die overduidelijk bedoeld is om emotie op te wekken bij de lezer, van vertelperspectief. De ik die het verhaal vertelt, zoon Daniel, wordt ingewisseld voor een alwetende verteller die boven de scène hangt, en iets waarneemt wat het jongetje niet gezien kan hebben. Meteen daarop schakelen we terug naar het oorspronkelijke perspectief: ‘ik herinner me dat ik die ochtend….’

Wie een bestseller van deze proporties schrijft heeft altijd gelijk. Maar het kost nu moeite om verder te lezen, want ik voel me op glad ijs.

Continue reading


Jan 9 2009

Hoe leer je creatief schrijven?

Creative Writing is een groot vak in de Verenigde Staten. Elke universiteit heeft zijn eigen cursussen, soms gegeven door bekende schrijvers. Stel je voor, begin jaren zeventig, je zit op een suffige uni in Iowa, en je krijgt schrijfles van Raymond Carver.
In onze contreien doen we het wat zuiniger aan, maar we hebben toch ook particuliere initiatieven als de Schrijversvakschool en vooral veel cursussen van plaatselijke clubs voor amateurkunst. Werkt het?

Continue reading