May 19 2009

Op zoek naar eenzaamheid

cave-bookcase

Toen ik nog werkte als journalist ging ik mijn stukjes wel eens zitten schrijven in een café. Liefst een groot ruim café type American, waar veel passanten voorbij kwamen, met veel reuring. De kantine van het Stedelijk Museum met zijn internationale publiek, ook een favoriete plek. ‘Dit is het leven’, dacht ik dan, ‘ik zit er middenin’. De overvloed aan prikkels bracht me in de juiste stemming om te schrijven, een tikje opgefokt, met urgentie. En ik kon me inbeelden dat de mensen voor wie ik schreef om me heen liepen.

Stukjes schrijven voor mijn weblog doe ik nog wel eens in het café, al gaat het nu om een wat rustiger etablissement in een provinciestad. Je kan heel wat kwijt op een bierviltje van Café Meijers. Maar geen literatuur. Inspiratie opdoen in een café lukt aardig. Moet er van de haastig neergepende beelden en flarden een literaire tekst worden gemaakt, dan trek ik me terug in mijn werkkamertje.

Zonder isolement gaat het niet. Al barsten ze van het leven en vibreren ze van het straatrumoer, literaire verhalen worden geschreven in eenzaamheid. Waarom is dat toch?

Continue reading


Mar 23 2009

De bijziende criticus

tedichtbij

Ik draag een vasthoudende criticus met me mee. Het is een bozig kereltje, dat er een sport van maakt te verschijnen wanneer ik hem niet wil zien, en dan iets giftigs te roepen.
Ik heb hem altijd heel serieus genomen. Te serieus, ontdekte ik een paar maanden geleden.

Continue reading


Mar 16 2009

Waar de vijand huist

grow-on-you_2lucyandbart

De meeste schrijvers halen 500 woorden per dag, en vinden dat een mooi gemiddelde. Hoeveel woorden zouden we kunnen typen als we echt gas gaven? Toch zeker 6.000.

Waarom gaan we zo langzaam? Omdat de kraan meteen wordt dichtgedraaid zodra de woorden een beetje beginnen te stromen.De woorden moeten zich aan onze regels houden. Ze mogen stromen, maar wel in de juiste bedding, in het goede ritme, met de bijpassende emotie geladen.

Wie draait die kraan eigenlijk dicht? Dat doen wijzelf. Althans, dat doen personages die zich in ons blijken schuil te houden. Ik verander al schrijvend in een lezer, en de lezer wordt een criticus, en de criticus zegt: dat kan zo niet, dat moet helemaal anders.

Continue reading