Feb 25 2010

Door de ogen van de schrijver

Wie schrijft schept een wereld, waar de lezer in kan rondlopen. Het kan een klein wereldje zijn, een cel zonder ramen. Of een paleis dat nooit meer ophoudt. In eerdere blogs heb ik beschreven hoe het voelt om een wereld te laten ontstaan. Ik vergelijk dat met het opzetten van een circustent. In het begin ligt het zeil nog plat op de grond. Je kruipt eronder (een benauwd moment voor de onervaren padvinder), en begint eens met het omhoog zetten van een stok. Lucht, ruimte! Een tweede stok erbij, en je hebt een kamertje. Zo kan je een tijdje doorbouwen, maar op een gegeven moment moet je ingrijpender maatregelen nemen. Waar komen de grote pijlers die de hele tent structuur geven?

De lezer van je verhaal krijgt een ruimte voor ogen. Maar hij kan die ruimte niet objectief beoordelen, want jij zit ertussen. Hoe de lezer de ruimte in het verhaal ervaart wordt gedicteerd door de schrijver.

In de handboeken krijgen we hier een verhandeling over ‘vertelperspectief’. Welk personage vertelt het verhaal, is dat een ik, een hij, een alwetende verteller? Een belangrijke keuze, zeggen de handboeken, want denk erom, de lezer ziet het verhaal door de ogen van dat personage. De lezer klimt in de hersenpan van de voornaamste personages, en beziet de wereld vanuit dat gezichtspunt.

Ik geloof er niks van. Ik zie het leven niet door de ogen van de hoofdpersoon, hoe goed een schrijver ook is, hoe meeslepend ook zijn verteltechniek. Ik weet altijd, al lezend, dat iemand die hoofdpersoon voor mij geschapen heeft, om mij een blik te gunnen in zijn wereld. Ik kijk door de ogen van de schrijver.

Continue reading


Jan 27 2010

De beste Nederlandse schrijver van korte verhalen

De beste Nederlandse schrijver van korte verhalen zal nooit een AKO Literatuurprijs krijgen, of een Gouden Uil. Hij schrijft namelijk niet in het Nederlands. Michel Faber is de naam, geboren in Den Haag, opgegroeid in Australië, en op dit moment de belangrijkste schrijver van Schotland. Zijn boeken moeten vertaald worden, ze belanden in de Maelstroom aan vertaalde literatuur die de markt overspoelt, en krijgen hier niet de aandacht die ze verdienen.

Waarom zou de liefhebber van korte verhalen Michel Faber moeten lezen? Omdat hij iets doet met het korte verhaal dat (op dit moment?) niemand in ons taalgebied kan. Een voorbeeld: het verhaal ‘Some Rain Must Fall’, in het Nederlands vertaald als ‘Elk Huisje’.

Michel Faber zegt daar het volgende over:
‘Mijn verhalen beginnen altijd met een gevoel. Een gevoel dat ik op wil roepen in de lezer, een stemming of sfeer waarin ik graag zou willen dat je verkeert terwijl je het verhaal aan het lezen bent, en speciaal wanneer je het uit hebt. Zodra ik te pakken heb wat dat gevoel of die spirituele staat is, bedenk ik een plot, een scenario, karakters, thema’s, om het op te roepen. (…)
Met ‘Some Rain Must Fall’ wilde ik een gevoel van tederheid creëren, de erkenning hoezeer wij nodig hebben dat iemand tegen ons zegt ‘alles komt goed’, ook al weten we dat sommige dingen nooit gerepareerd kunnen worden. De schrilheid van de toon die ik wilde treffen was net zo duidelijk voor me als een toon op de piano. Toen moest het verhaal nog gevonden worden om die over te brengen.‘ (Interview in de Barcelona Review, voor het Engelse citaat zie onderaan deze post)

Continue reading


Dec 11 2009

Murakami over het korte verhaal

murakami
Ik lees verhalen van buitenlandse auteurs bij voorkeur in het Engels, onder andere omdat er zo wat afstand blijft tussen hun taal en de mijne. Wanneer ik zelf aan het schrijven ben kan een krachtig verhaal van een andere schrijver me hinderen. Een verhaal in een andere taal heeft minder effect op het concrete schrijfwerk, de bouw van de zinnen, de keuze van de woorden.

Ik kocht een Engelse uitgave van de verhalenbundel van Haruki Murakami, Blind Willow, Sleeping Woman, en trof daarin een interessant voorwoord van de auteur. Murakami vertelt over de ontstaansgeschiedenis van diverse juweeltjes, en maakt  behartenswaardige opmerkingen over het schrijven van korte verhalen. Jammer dat het voorwoord ontbreekt in de Nederlandse vertaling van de bundel. Een rechtenkwestie?

Continue reading


Dec 9 2009

Schrijvers worden geboren

incredibleshrinkingman
Kun je leren om literatuur te schrijven? Ja, zei ik in een vorige post, want schrijven is in de eerste plaats een ambacht. Een ambacht kan je leren. Ambachtelijke kennis kan in stukjes worden geknipt en overgedragen. Zo maak je schrijvers. Toch?

De meest befaamde instelling van het Creatief Schrijven is de Writers Workshop van de Universiteit van Iowa. In de jaren 70 van de vorige eeuw kon je daar schrijfles krijgen van Raymond Carver en John Cheever tegelijk. Deze opleiding zegt zelf op zijn website: het feit dat wij zoveel gelauwerde schrijvers hebben opgeleverd heeft volgens ons vooral te maken met hun bagage, met wat ze meebrachten naar de opleiding, en niet zozeer met wat ze van ons hebben opgestoken. It is our conviction that writing cannot be taught, but that writers can be encouraged.

Continue reading


Nov 19 2009

Schrijvers worden gemaakt

witch_magic
Kan je leren om literatuur te schrijven? Of word je als schrijver geboren?

Leuke vragen om te bespreken met een deskundig publiek (in dit geval het Schrijvers Platform Arnhem). Mijn inleiding bestond uit twee delen. In deel 1 werd de vraag ‘kan je leren schrijven’ beantwoord met een volmondig JA. In deel twee met een driewerf NEEN. Zoals het vaak gaat: na de lezing, na de discussie en vooral na de slotronde in een plaatselijk café wist ik precies wat er eigenlijk gezegd had moeten worden op die lezing. Dit is deel 1, zie voor deel 2 een volgende post.

Kan je leren om literatuur te schrijven die uitgevenswaardig is, voor een breed publiek interessant?
Die vraag wil ik om te beginnen beantwoorden met een volmondig JA. Schrijvers worden gemaakt, daar is geen alchemie voor nodig. Vlijt en ijver volstaan.

Continue reading


Nov 3 2009

Murakami in de Zen-tuin

ryoanjizentuin
Haruki Murakami is zo’ n schrijver die je aan elkaar doorgeeft: hier, moet je lezen. Een van zijn boeken zou ik wel aan iedereen willen doorgeven: South of the Border, West of the Sun. In het Nederlands heet het Ten zuiden van de grens.

Het is een van de rustigste boeken van deze Japanse schrijver, die ook verhalen heeft gemaakt vol bizarre wendingen en moeilijk te duiden symbolen (De opwindvogelkronieken!). Vergeleken daarmee is Ten zuiden van de grens kalmpjes geschreven.

De plot van het verhaal is niet spectaculair, het boek is zelfs bijna plotloos. De hoofdpersoon heeft een jeugdliefde, een gehandicapt meisje dat verhuist en buiten zijn gezichtsveld raakt. Ze duikt later weer op, maar het ziet er niet naar uit dat ze haar vriendje van weleer nog toe zal laten in haar leven.
Het boek is gevuld met alledaagse beslommeringen, belangrijke keuzes die geen keuzes blijken omdat de alternatieven ontbreken, de tijd gaat voorbij en de hoofdpersoon constateert regelmatig dat hij eigenlijk een gelukkig leven leidt met vrouw en kinderen – zonder zijn grote liefde.

We krijgen het verhaal voorgeschoteld van een vlak leven. ‘En toch lezen we door’, zei een bevriende Murakami-lezer. Precies, zo is het. Let eens op de verfijnde technieken die Murakami hanteert om je aan het lezen te houden in een verhaal dat zo langzaam op gang komt. Kleine beloften die in de tekst verstopt liggen. Passages die ontroeren. Niet omdat er spectaculaire dingen gebeuren, geen geweld, geen suspense, maar alleen omdat hier iemand de waarheid laat zien over zijn eigen leven.

Murakami vertelt zijn verhaal droog, vlak. Gaandeweg begin je te merken, dat hij technieken toepast om het geheel nog vlakker te maken. Technieken die in elk handboek Creatief Schrijven staan vermeld als fouten die je moet vermijden.
Show, don’ t tell, weet je nog? Kauw de lezer niet alles voor, laat hem zelf ontdekken wat er aan de hand is. Murakami lijkt je die kans niet te geven, hij vertelt en vertelt, een rustige causeur die je een vertrouwde wereld binnenleidt.
Herhaling, ook zo’n verboden techniek. Murakami beschrijft hoe de hoofdpersoon op de lagere school een meisje ontmoet met een misvormd been. De twee kinderen raken innig bevriend. Uitvoerig wordt beschreven hoe moeizaam de kleine Shimamoto loopt. Honderd pagina’s verder komen de twee elkaar weer tegen. “Om te beginnen heb ik een lam been, “ zegt zij, alsof we dat niet al wisten, “daarom kan ik niet dezelfde dingen die gewone mensen kunnen.”
“Vertel me eens over je leven,” zegt Shimamoto even later tegen de hoofdpersoon. En dat doet hij dus: “Ik vertelde haar hoe mijn leven in grote lijnen was verlopen.” Volgt een alinea samenvatting van alles wat we tot dan toe gelezen hebben.

De herhaling en het uitleggen van zaken die we al begrepen hadden bezorgen de lezer een veilig gevoel. We zijn hier eerder geweest, we gaan nu kalmpjes een paar stappen verder. Je raakt vertrouwd met dit vreemde leven, het gaat over een ander mens, maar groot is de afstand niet. Je kunt je voorstellen dat het jou allemaal zelf overkomt. Dat geeft extra slagkracht aan de sleutelpassages verderop in het boek: je staat er helemaal voor open.

John Updike noemde Murakami in een mooi essay ‘a tender painter of negative spaces’. Een tedere schilder van de leegte, de mist, the void. Dat essay gaat over het boek Kafka on the shore (Kafka op het strand), waarin Murakami alles uit kast trekt om de leegte tastbaar te maken. Een van de hoofdpersonen is door een blikseminslag al zijn herinneringen en de meeste hersenfuncties kwijtgeraakt ( a ‘mind wiped clean’), de andere hoofdpersoon rent aan het einde van het verhaal de jungle in op zoek naar the void in zichzelf.

Ik vind dat Murakami die leegte nog beter getroffen heeft in Ten zuiden van de grens, juist omdat hij er geen woorden aan verspilt. Een leven tot de rand toe gevuld met routinematige handelingen, dat is pas leeg.
zentuin
Murakami gebruikt het vlakke, bijna emotieloze leven van de hoofdpersoon in Ten zuiden van de grens als achtergrond om des te beter te laten uitkomen wat hij jou wil laten zien. Hij leidt je de Zen-tuin binnen. Kijk naar de harksporen in het zand. Onze ogen zoeken de structuur, de golven, de lijnen. Je zou bijna vergeten dat het maar om een paar millimeter gaat, om minieme verschuivingen. Stel je scherp op de rotsen, dan vervaagt de structuur in het zand. Tegen de neutrale achtergrond komen de vorm en de schoonheid van de rotspunten pas goed tot hun recht.

Reageren? Stuur een mailtje naar sanderkooistra@gmail.com

Joost de Vries schreef voor De Groene een mooi artikel over het lezen van Murakami.


Oct 16 2009

Over De Verloren Zoon

omslag De Karavaan
Herschrijf het Bijbelverhaal van De Verloren Zoon. Dat was de opdracht van een schrijfwedstrijd, georganiseerd door het Nederlands Bijbelgenootschap in samenwerking met het NRC Handelsblad. Onlangs is de winnaar bekend gemaakt in de krant, en die winnaar ben ik.

De jury die mijn verhaal heeft uitgekozen bestond uit Jan Siebelink, Marjoleine de Vos en Sybolt Noorda. Ik voel me Officieel Goedgekeurd.

Mijn verhaal verschijnt nu in een bundel van uitgeverij Podium, getiteld De Karavaan, Tien verhalen uit de Bijbel opnieuw verteld. Ik ben nog steeds verbaasd als ik mijn naam daar zie staan op de omslag, in een bijzonder rijtje.

Het verhaal (getiteld Verloren) zal ik niet op mijn weblog zetten. Wel kan ik iets vertellen over de manier waarop het tot stand is gekomen.

Ik ben Nederlands Hervormd opgevoed, maar een groot succes was mijn introductie in het geloof niet.

Op een dag kwam de dominee met mijn moeder praten. Was het haar niet opgevallen dat ik altijd zo snel terug was van Zondagsschool? Moeder keek verbaasd naar mij. Nou nee, zei ze.
Dat klopte. Ik maakte altijd een hele lange omweg terug naar huis, als ik weer eens uit de les was weggelopen. De dominee begreep daar geen jota van. Hij loopt zelfs weg bij het verhaal van Jozef, baste hij, terwijl de knaap best weet dat het goed afloopt.

Ik was geen Jan Wolkers, die thuis de Tale Kanaäns met de paplepel kreeg ingegoten, en genoot van de ruige verhalen. De gruizelige hardheid van de mensen die het Oude Testament bevolken, de moordpartijen, het gebrek aan mededogen bezorgden mij nachtmerries.

Vijftig jaar verder, sadder and wiser, kijk ik anders tegen de Bijbel aan. Toch is het gevoel uit mijn jeugd nooit helemaal verdwenen. Het idee dat je een Bijbelverhaal zou kunnen herschrijven! Dat deed me denken aan een jongen die niet kon verdragen hoe Jozef door zijn oudere broers in de put werd gegooid. Voor die jongen wilde ik schrijven.

Nou was voor dat plichtwerk het verhaal van de Verloren Zoon gekozen. Een parabel. Een verhaal met een overduidelijke boodschap.

Heel in het kort: de jongste zoon van een boer eist zijn erfdeel op, en vertrekt met het geld naar het buitenland, waar hij het verspilt aan drank en hoeren. Berooid en berouwvol keert hij terug, en wordt door zijn vader weer in genade aangenomen. Vader laat zelfs het gemeste kalf slachten ter ere van de teruggekeerde zoon. De oudere broer vindt die festiviteiten overdreven, hijzelf kreeg nog niet eens een geitje toen hij wat te vieren had met zijn vrienden. Vader wijst hem terecht: we moeten heel erg blij zijn dat deze afgedwaalde figuur is teruggekeerd in onze kudde. (Lucas 15, vers 11 tot 32, of kijk op Wikipedia).     

Ik heb dit altijd een vervelend verhaal gevonden, met bordkartonnen karakters en een irritante kerkpolitieke boodschap. Er zit geen personage in dat me raakt. De enige waar ik iets voor voelde was het kalfje, het arme dier dat geslacht wordt om de feestvreugde te verhogen. Te weinig basis om een verhaal op te bouwen.

Ik bekeek het schilderij dat Rembrandt maakte over de Verloren Zoon, een lijzig werk. Hij heeft over dat thema ook een paar etsen gemaakt, en een briljante pentekening, waarop een jongen meewarig staat te kijken naar het toneelstuk dat vader en zoon voor hem opvoeren.

rembrandtverlorenzoonpen

Kijkend naar de lijnen van Rembrandt, het onvoorstelbare gemak waarmee hij personages neerzet met al hun emoties, ging bij mij een lichtje branden. Alleen maar mannen in beeld. Waar is de moeder? Waarom komt de moeder in dit hele verhaal niet voor?

Ik heb het verhaal van de Verloren Zoon herschreven vanuit het perspectief van de moeder, en haar de gevoeligheid gegeven van de kleine jongen in mijzelf. Ze is een vrouw die de hardheid van het leven nauwelijks kan verdragen. De jongste zoon is haar oogappel, ze zou hem willen beschermen tegen alle kwaad. Maar hij scheurt zich van haar los, en trekt de wereld in.

Kun je als man op geloofwaardige wijze de stem van een vrouw laten klinken? In dit geval wel, denk ik, omdat de vrouw een gevoel belichaamt dat ik van binnenuit ken. Maar ik vind het niet makkelijk om het verhaal voor te lezen.

Het kalfje speelt een belangrijke rol in mijn versie. Hoe dat precies zit kan ik niet uitleggen. Je legt een paar puzzelstukjes neer, en opeens ontstaat een verband waar je nooit aan had gedacht. Als schrijver zit je verbaasd te staren naar het resultaat. Het is je eigen werk, maar het lijkt soms alsof het door een Onzichtbare Hand wordt geschikt in een ordening die vele malen meer betekenis heeft dan je er ooit zelf in had kunnen leggen.

Reageren? Stuur een mailtje naar sanderkooistra@gmail.com

De verhalenbundel De Karavaan kost 15 euro. Wil je een exemplaar bestellen, dan kan dat via de boekhandel (steun de goeie boekhandel bij jou in de buurt!), of via de volgende link naar Bol.com.


Oct 16 2009

Trage Verhalen

CeylanThreemonkeys

Het Amerikaanse vakblad Writers Digest interviewt een jonge literaire agent. ‘Wat mij het meest opviel in de uitgeversbusiness,’ zegt ze, ‘is hoe lang het proces is. Ik wist dat het langzaam ging, maar ik had me nooit gerealiseerd hoe lang het werkelijk duurt voordat een manuscript gepubliceerd wordt.’ (Joanna Stampfel-Volpe in Writers Digest nov/dec 2009)

Iedere beginner loopt er tegenaan. Je stuurt een verhaal op, het duurt maanden voor je wat terughoort, en als het verhaal publicabel blijkt gaan er nog weer maanden overheen voordat het wordt afgedrukt in een tijdschrift of een boek. Al die maanden lang moet je jezelf ervan overtuigd houden dat je werkelijk kunt schrijven, dat het kwaliteit heeft wat je doet, dat er iemand ergens op jouw verhaal zit te wachten. Er zijn momenten dat ik kauwend op een potlood naar de klok zat te staren, hopend dat er in ieder geval morgen iemand zou reageren.

Een half jaar geleden ben ik begonnen met het schrijven van korte verhalen. Nu verschijnen ze langzamerhand in tijdschriften, en zelfs in een verhalenbundel. Waar mogelijk ga ik ze opnemen in deze rubriek op mijn weblog.

Eerder verschenen op deze site:

Voordat we weggaan. Een verhaal van 1000 woorden, opgedragen aan mijn vriend Aad en zijn geliefde Ria.

Warmdansen. Een verhaal over tango en intimiteit.

Reageren? Stuur een mailtje naar sanderkooistra@gmail.com

De foto bij deze post is afkomstig uit de prachtfilm Three Monkeys van de Turkse regisseur Nuri Bilge Ceylan.


Oct 7 2009

Eenzaam, niet alleen

Ted_van_Lieshout
Ted van Lieshout is bekend geworden door zijn gedichten voor kinderen en door het aangrijpende verhaal Zeer Kleine Liefde, over zijn relatie als twaalfjarig jongetje met een pedofiele man.

In het NRC weekblad vertelt Van Lieshout over zijn jeugd.

“Ik deed altijd bijna alles in mijn eentje, ik was een ziekelijk jongetje. Op mijn kamertje zat ik uren te tekenen en te fantaseren en wat niet al. Ik voelde mij niet helemaal begrepen. Ik dacht dat ik de enige was met een innerlijk leven. Dat in die kleine onooglijke hoofdjes van mijn klasgenoten ook gedachten zaten, dat leek me onmogelijk.”

Eenzaam, onbegrepen, bezig met fantaseren. Een portret van de schrijver in wording dat ons inmiddels bekend voorkomt (zie mijn eerdere post Waarom wij schrijven). Toch lukte het Van Lieshout pas om door te breken als schrijver, toen hij in feite de hoop al had opgegeven.

Continue reading


Oct 1 2009

De Onzichtbare Man

LiuBolin1

Zestig jaar na de Chinese Revolutie heeft een kunstenaar uit dat land bereikt waar we allemaal van dromen: op cruciale plaatsen onzichtbaar worden.

De man heet Liu Bolin, en begint al aardig beroemd te worden, getuige links als deze (uit de designwereld) , deze (een liefhebber van optische illusies) en deze (een highbrow kunstgalerie).

Hieronder nog twee verbazende werken van deze Grote Camouflagist. De onderste is zo goed gelukt, dat ik even twijfelde of de kunstenaar wel echt op deze foto aanwezig is. Let op zijn schoenen.

Continue reading